Boekbespreking Dossier

Lockdown leesvoer: vrederechter Putteman vertelt

Gilbert-Putteman

Nu we weer terug grotendeels aangewezen zijn op ‘ons kot’ is er niets gezelliger dan in de zetel kruipen met een een nieuwe lading ontspannend leesvoer. Gilbert Putteman, vrederechter van het kanton Vilvoorde, geeft ons in zijn prachtig geschreven boek “Een vrederechter vertelt …” inzage in zijn dagdagelijkse werk. Onze Poelaertplein boekenrecensent geeft een voorsmaakje.

Het boek “Een vrederechter vertelt …” is beschikbaar via deze link: https://nl.knopspublishing.be/shop/boeken/publiek-recht/een-vrederechter-vertelt/

De stad Vilvoorde

Het boek opent met een mooie beschrijving van Vilvoorde, een centrumstad dicht bij Brussel, en tevens gekend als de stad van VTM, Vitaya, Woestijnvis, Videohouse, RingTV en Qmusic. “Dat de stad in volle mutatie is, kan ook aangetoond worden door het feit dat Vilvoorde haar oude industriële gewaden heeft afgelegd en dat de hoogtechnologische industrie haar plaats aan het innemen is. (…) Alhoewel er in het Vilvoordse commercieel straatbeeld heel wat leegstand is (zoals overigens nog in andere steden) blijf ik geloven in deze stad en zijn inwoners. Het tij is aan het keren. De polsslag van de stad voelen, herbronnen en tot rust komen is belangrijk. Langs het water kan dat. Ik spoor alle pessimisten aan om de waterbus te nemen, waarmee je probleemloos tot in Brussel geraakt.”

Anonieme verhalen die lezen als een trein

Vrederechter Putteman geeft vervolgens enkele tientallen voorbeelden van problemen waarmee hij beroepsmatig werd geconfronteerd. De verhalen zijn volledig anoniem en de namen van de betrokkenen zijn onherkenbaar gemaakt. Maar de voorbeelden zijn uit het leven gegrepen en lezen als een trein. Ze schetsen een duidelijk beeld van het soort dossiers dat een vrederechter op zijn rol heeft staan. Het betreft het hele spectrum van de bevoegdheden van de vrederechter zoals vermeld in het gerechtelijk wetboek en in de vele bijzondere wetten. Van verzegeling van woningen, over openbare verkopen, huurproblemen, geschillen in appartementsgebouwen, collocaties, voorlopige bewindvoeringen, geschillen bij lijkbezorging, problemen bij het organiseren van de verkiezingen, tot en met burenruzies in alle geuren en kleuren (inclusief de kraaiende hanen, blaffende honden en kwakende kikkers).

Doorheen de problematieken die hem werden voorgelegd en de beslissingen die hij nam, omschrijft vrederechter Putteman de taak van de vrederechter als een pater familias.

“Hij is een rechter van de nabijheid. In de eerste plaats is dat nagenoeg letterlijk: de vredegerechten zijn ingeplant in de kantons, zodat de afstand tussen de rechtzoekende en de vrederechter klein is. Bovendien is de tijdspanne tussen de behandeling van de zaak en de uitspraak meestal kort. Verder moet een vrederechter ook getuigen van ‘symbolische nabijheid’. Daarmee bedoel ik dat op een vredegerecht de zaken vrij informeel kunnen verlopen. Een mooi voorbeeld daarvan is ‘de oproep in verzoening te treden’ – ook bekend als de minnelijke schikking. Die kan volgens artikel 732 van het Gerechtelijk Wetboek ook zelfs mondeling gebeuren. Tot slot heeft het begrip nabijheid voor de vrederechter ook nog een economische component. Je kunt op het vredegerecht veel zaken oplossen zonder al te veel kosten voor de betrokkenen.”

Verharding in de samenleving

Als vrederechter velt de heer Putteman vonnis in zo’n 3.500 zaken per jaar. Hij merkt ook een verharding in de samenleving op. “Mijn jarenlange ervaring als vrederechter heeft me geleerd dat mensen zich vaak van elkaar afsluiten. De individualistische ingesteldheid die tegenwoordig heerst, vormt een bedreiging voor een harmonieuze, verdraagzame samenleving. Eenvoudige geschillen worden sterk uitvergroot. De strijdende partijen zijn hoe langer hoe minder bereid om het onder elkaar uit te praten. Daardoor belanden ze dan uiteindelijk bij de vrederechter, die moet proberen de situatie te ontmijnen.” “Als vrederechter heb ik me die vraag doorheen de jaren ook telkens weer opnieuw gesteld: waarom? Waarom worden mensen alsmaar onverdraagzamer tegenover elkaar? Waarom is het gras altijd groener aan de overkant? Waarom verdragen sommigen zelfs het geluid van spelende kinderen niet meer? Waarom verschuilen mensen zich achter een hoge haag? Waarom streven mensen altijd maar opnieuw naar dingen die meestal niet evident zijn in het leven? Waarom moet een hoogstammige boom, die niet op de wettelijke afstand staat, aanleiding geven tot jarenlange spanningen? Waarom kan een kraaiende haan een wijk in twee kampen verdelen? Waarom? Waarom? Waarom?”

De gevolgen van de economische crisis

Vrederechter Putteman heeft ook oog voor de economische omgeving waarin hij zijn werk moet doen. “Hoe langer hoe meer ervaar ik dat de economische crisis zich van de mensen meester maakt, dat mensen het moeilijker krijgen om een betaalbare woning te vinden en dat dementie steeds meer bejaarden treft. Als vrederechter ga ik veel ter plaatse en ik blijf verbaasd staan over hoe sommige mensen behuisd zijn, in wat voor een vochtig kot ze wonen. Dat beïnvloedt hun gezondheid. Het verband tussen astma en vochtige, beschimmelde ruimtes kan moeilijk ontkend worden.”

En over de stad Vilvoorde schrijft vrederechter Putteman het volgende. “Hoewel Vilvoorde langzaam maar zeker haar oude industriële gewaden aflegt en van een vervuilende stad evolueert naar een mediacentrum en een stad waar logistiek enorm belangrijk is, heerst er toch nog veel armoede. Dat blijkt ook uit de spectaculaire stijging van de leeflonen die het OCMW uitkeert. Veel mensen vallen tussen de mazen van het net. Organisaties als Warmtekracht en De Kringwinkel hebben daar een vrij precies beeld van. Ik heb een jaar lang anoniem de vergaderingen van Warmtekracht bijgewoond om zo een beter idee te krijgen van wat zich in de Zennestad afspeelde. Met verbazing heb ik moeten vaststellen hoeveel mensen er nog analfabeet zijn, hoeveel mensen honger lijden en dakloos zijn.”

Een boeiend beroep

Het boek sluit af met een korte voorstelling van enkele boeiende mensen uit de juridische wereld en uit de kunstsector die vrederechter Putteman in zijn leven heeft ontmoet. Het betreft Antoine Bloemen, Patrick Berben, Guido Verhaeghe, Simon Gronowski, Rik Poot en Erik Dehasque, Ulrike Bolenz, Helena Toscano en Inge Heremans.

Doorheen het boek schetst vrederechter Putteman een prachtig beeld van zijn kanton Vilvoorde, van de mensen die voor hem verschijnen in zijn rechtbank, en van zijn functie als magistraat. Hij omschrijft zijn taak als vrederechter als een mens “die tussen de mensen staat”, maar dan wel met een bemiddelend, luisterend oor.

Sta me toe deze boekbespreking af te sluiten met de prachtige passage in het boek, waarin vrederechter Putteman beschrijft dat hij in de dikke Van Dale het woord “vredegerecht” was gaan opzoeken. “Dat viel me een beetje tegen. Het woordenboek omschreef vredegerecht als ‘lagere rechtbank in elk van de kantons van het arrondissement’ en vrederechter als de Belgische term voor ‘voorzitter van een vredegerecht’. Volgens het Groot woordenboek van de Nederlandse taal ben ik dus de voorzitter van een lagere rechtbank. Maar dat is dan toch een rechtbank waar niet alleen burentwisten, maar ook diepmenselijke problemen behandeld worden. Een vrederechter ziet nu eenmaal de mens in al zijn groot- en kleinheid voor hem defileren. Gelukkig vond ik troost bij de schrijfster Brigitte Raskin. Als dochter van voormalig vrederechter Paul Raskin uit het kanton Aarschot, schreef zij: ‘Mijn vader had het mooiste beroep dat een gezinshoofd kan hebben, hij was vrederechter. En dat is dan nog de mooiste benaming die een beroep kan hebben.’ Ik deel haar mening. Overigens was ook de vader van Rik Torfs, de mediagenieke professor kerkelijk recht, een vrederechter, meer bepaald in Heist op den Berg. Henri Torfs werd omschreven als een vaderlijke figuur en een kunstliefhebber, twee eigenschappen die ook ik koester. Van Dale mag het vredegerecht dan als een lagere rechtbank definiëren, ik weet wel beter.”

Vlaams Pleitgenootschap