Opinie

De vertegenwoordiger van de stagiairs aan het woord

We schrijven zondag 31 maart, deadline voor het inleveren van dit artikel, waaraan ik nog eens vriendelijk werd herinnerd door de uitgever van dit blad tijdens de Diwan Awards afgelopen vrijdag. ‘Procrastinatie’ heet dat dan, maar ik ben naar verluidt niet de enige.

De Diwan Awards, een initiatief van de Belgo-Marokkaanse gemeenschap dat ieder jaar aan een aantal getalenteerde en succesvolle personen met een migratieachtergrond een prijs toekent, met de bedoeling kwetsbare jongeren ‘rolmodellen’ aan te reiken. Onze stafhouder was present om tijdens de voorstelling het gloednieuwe project DIApositief voor te stellen, dat ieder jaar een ‘all-in’ studiebeurs zal toekennen aan een talentvolle jongere met een migratieachtergrond om rechten te studeren. Op deze Oscars-achtige vier uur durende ceremonie -zonder alcohol- speechte Peter Callens zoals gewoonlijk bevlogen en zonder veel moeite. Onze tafelgenote vond hem wel ‘nogal streng’ overkomen, maar dat lag volgens hem aan de felle spots die in zijn ogen schenen. Naar het einde van de ceremonie werd advocaat-stagiair van onze balie Younes Sebbarh tot winnaar gelauwerd in de categorie ‘advocatuur en rechten’ (nadat hij overigens enkele weken eerder ook al de Pleitwedstrijd van het VPG mocht winnen). Straffe gast.

Uw vertegenwoordiger schuimt natuurlijk niet enkel de feestjes af, maar tracht ook hier en daar de stem van de stagiairs te laten weerklinken tot in de diepste krochten van de balie, met wisselend succes en soms met de moed der wanhoop.

De in 2014 onder stafhouder Kathleen Vercraeye ingerichte verplichting voor stagiairs tot het bijwonen (lees: fungeren als zaalvulling en applausvee) van de heilige drievuldigheid aan balie-activiteiten: de Algemene Vergadering, de Plechtige Openingszitting en -godbetert- de Rouwhulde, werd in 2017 onder stafhouder Patrick Dillen versoepeld tot het bijwonen van drie activiteiten naar keuze die op een of andere manier een zogenaamde baliebetrokkenheid aantonen. Zonder gedurende de stage de nodige aanwezigheidshandtekeningen en/of -attesten te hebben verzameld, kan de stagiair niet op het tableau worden ingeschreven. De ratio legis achter deze verplichting zou erin bestaan dat de jonge advocaten op die manier worden ‘opgevoed’ om actief deel te nemen aan het balieleven. Uw vertegenwoordiger vecht nog steeds voor de afschaffing van deze ridicule stageverplichting, maar blijkt te botsen op een muur van onbegrip van zij die er niet toe verplicht worden. Wanneer driekwart van de zaal dient te worden opgevuld met ‘welwillende’ stagiairs kan men zich toch wel de vraag beginnen stellen of er niet eerder iets schort aan de wijze waarop de vaste activiteiten worden ingevuld. Motiveren, niet verplichten, of de balie riskeert haar leden niet op te voeden maar te degouteren voor haar rituelen.

In de schoot van de JABkes werd zeer recent een speciale werkgroep opgericht die zich zal buigen over het model van stageovereenkomst. Stagiairs en stagemeesters worden immers regelmatig geconfronteerd met interpretatieproblemen en hiaten in het huidige model. Los daarvan zal de werkgroep onderzoeken of in de overeenkomst enkele bijkomende waarborgen kunnen worden ingebouwd om de positie van de stagiairs te verbeteren en de eventuele misbruiken (die er helaas zijn) te helpen voorkomen.

De stage in de advocatuur blijft uiteindelijk toch wel bijzonder. Met een maandelijkse ‘vergoeding’ van 1400 euro in het eerste jaar tot 1950 euro vanaf het tweede jaar, bruto en zonder extralegale voordelen in een zelfstandigenstatuut, waar een meerderheid van de stagiairs het mee moet rooien, tegenover een gemiddeld arbeidsritme waar priester Daens van zou zeggen: “gaat het nog een beetje?”, houden de meeste jongeren het toch wel drie jaar vol. Een deel daarvan wendt die prestatie aan om een meer benijdenswaardige positie te bekomen in andere sectoren (het staat toch mooi op het CV). Een minderheid blijft aan de balie, sommigen met het geluk dat zij zelf al wat eigen cliënteel bijeen mochten sprokkelen. Verandering zal er niet snel komen, want “in onze tijd was het nog slechter”, dixit zij die over eventuele hervormingen kunnen beslissen.
Dat laatste brengt ons naadloos over naar het laatste onderwerp: de hervorming van de beroepsopleiding. De ‘twee Patricks’ leidden ons op vraag van minister Geens naar een op til zijnde grote hervorming van de beroepsopleiding. In het kort gesteld, zal de toegang tot het beroep (lees: tot de stage) dienen te worden voorafgegaan door een specifieke beroepsopleiding. Wat de juiste vorm daarvan zal zijn, is voor ons in ieder geval nog niet helemaal duidelijk. De universiteiten doen niet mee en dus zullen de balies het zelf organiseren. Het zal in ieder geval een maandenlange en intensieve opleiding zijn, met een nog niet gekend statuut en een nog niet gekende kostprijs. Bedoeling is dat de stagiairs mooi afgewerkt op de stagiairsmarkt zullen terechtkomen. Hopelijk stijgt dan ook hun minimum-marktwaarde. In afwachting van deze hervorming werkt de OVB ook aan een ‘tussenoplossing’, die vanaf volgend gerechtelijk jaar zou worden uitgerold. Een veel intensievere opleiding dan de huidige, die zich over meerdere maanden zou uitstrekken, maar wel tijdens de stage zou plaatsvinden. Als het wordt goedgekeurd, uiteraard.
Ziezo, tot daar wat mededelingen en bedenkingen van uw nederige dienaar. Ik heb mij wat laten gaan en hopelijk klonk dit relaas niet al te negatief. Het blijft een prachtig beroep en wij hebben de eer het te kunnen bedrijven, al de moeilijkheden ten spijt.

Jan Donkers
Vertegenwoordiger Stagiairs NOAB

De vertegenwoordiger is beschikbaar voor vragen of moeilijkheden die u
ondervindt tijdens de stage:
vertegenwoordiger@jabkes.be
0476 24 77 42

Vlaams Pleitgenootschap