Paleisweetjes

Zedige blikken en bezwaarde harten

De (on)bedekte dame
Wie bij het binnengaan van de grote wandelzaal in het midden naar rechts gaat komt bij de Miniementrap.

Daar in de cirkelvormige galerij bevindt zich een opmerkelijk beeld van een naakte mythologische figuur. Ze staat voorovergeboven met slangen rond de armen. Het beeld is gemaakt in 1871 door de Brusselse beeldhouwer Charles Van der Stappen.
Al even opmerkelijk is het enorme groene gordijn dat achter het beeld hangt. Volgens onze bronnen kwam het gordijn er vele decennia geleden op vraag van een magistraat, die niet opgezet was met de aanblik van het blote (voorovergebogen) achterste van het beeld. Dus vroeg hij een klusjesman om een gordijn te installeren, zodat hij de achterkant van de bronzen dame zedig kon bedekken voor de voorbijgangers.

De veer van Maät
Op verdieping -2 ziet u twee Egyptische godenfiguren een enorme deur omkaderen. Onder hen staat ‘de veer van Maät’ afgebeeld. Dit is de ijkmaat waarmee de Egyptische godin het hart van de doden afwoog. Als het met slechte daden bezwaarde hart van de overledene zwaarder was dan de veer, wachtte de overledene een zeer moeilijke overgang naar het Dodenrijk. Gelukkig was het wegen van het hart niet puur doorslaggevend. De overledene mocht een pleidooi houden om de ‘Raad van Maät’ te overtuigen van zijn zaak. Niet toevallig was deze deur vroeger de toegang tot de cellen van de gevangenen. Een niet mis te verstane waarschuwing dus.

Vlaams Pleitgenootschap